“Die vaas…”, zegt ze, nu voor de derde keer. “Wat is er met die vaas?”, vraag ik. “Die staat er mooi bij. Ik kijk weleens naar de mensen die buiten op de Slotlaan voorbijkomen, hoe ze soms naar die vaas kijken. Die nieuwe vaas krijgt echt veel aandacht”. Ze klinkt afwezig.